Om tot een goed beplantingsplan te komen moeten moet er met veel dingen tegelijk rekening gehouden worden. Jouw wensen staan hierbij natuurlijk voorop. Dit vormen de primaire uitgangspunten voor de tuin. Daarna komen de secundaire uitgangspunten zoals de praktische situatie en de eigenschappen van de beplanting.

Tuinsfeer

Gevoel

Sfeer is iets wat vaak niet tastbaar of meetbaar is. Misschien ben je weleens in een tuin geweest waar het zeer prettig was om te vertoeven maar wist je niet eens te benoemen waar dat nu precies aan lag. Ons gevoel zegt ons of een sfeer goed aanvoelt of juist niet. Sfeer wordt o.a. bepaalt door elementen als geluid, kleur, licht, vorm, stijl, en temperatuur. Maar ook door functie van de tuin. Zo kan het zijn dat je in een tuin verschillende sfeerhoeken hebt. Bijvoorbeeld een water/moeraszone die heel levendig aanvoelt of een schaduwhoek die meer ingetogen aanvoelt.

Waarde

Een weloverwogen beplantingplan zal onze zintuiglijke waarneming op een positieve manier prikkelen. We zullen onze tuin als vertrouwd en eigen ervaren. Onbewust ontspannen we ons en komen we los van de dagelijkse hectiek. Dit is de verborgen waarde van doordachte tuinbeplanting.

Samenhang

In een tuin zijn het niet zozeer de planten op zich die de sfeer bepalen maar veel meer de onderliggende samenhang van de beplanting. Hierbij kun je denken aan kleurschakeringen, verschillen in bloemvormen, combinatie van bladvormen, verhouding tussen groenblijvende- en niet-groenblijvende planten, aanwezigheid van insecten lokkers of geurende bloemen. Zo zijn er nog veel meer aspecten te benoemen die voor een ontwerper van belang zijn om tot een goed beplantingsplan te komen.

Jouw stijl

Een belangrijke vraag hierbij is: 'Wat voor sfeer wil je gaan neerzetten in je tuin?' Iedere sfeer heeft zo zijn eigen stijl en beleving met de daarbij passende beplanting. Zo werk je bijvoorbeeld in een romantische tuin met rozen en pastelkleurige planten in kleine groepen. In een moderne tuin kun je grassen toepassen in combinatie met grovere beplanting in grote groepen in de kleur wit. Bij tuinsfeer gaat het om beleving. Hoe jij je tuin beleeft is afhankelijk van je persoonlijke smaak.

Ontdekken

Heb je nog weinig idee wat bij jou past? Hoe kom erachter welke tuinsfeer bij jou past? Door het te ontdekken. Bezoek modeltuinen, kijk tuinprogramma’s. bestudeer tijdschriften, struin het internet af. Uiteindelijk zul je gevoelsmatig een bepaalde richting op gaan in wat je het meest aanspreekt. Ga je daar op focussen en probeer zoveel mogelijk voorbeelden hiervan de verzamelen. Wij laten zelf meer dan 250 foto's aan onze klanten zien, waaruit zij telkens één keuze maken. Zo ontstaat er een moodboard. Dit wordt de basis voor jouw tuinsfeer. Een goed beplantingsplan zal hier op afgestemd moeten worden.

Praktische situatie

De situering van de tuin is alles bepalend voor wat er mogelijk is. Hoe gaan we de gewenste sfeer verwezenlijken in de werkelijke tuinsituatie. Daarbij moet je denken aan de ligging t.o.v. de zonstand, de vorm en mate van bebouwing, en de grondsoort.

Ligging

De ligging van de tuin bekijken we ten opzichte van de zon en de bebouwing om te tuin heen. Hieruit wordt duidelijk waar de zon in de tuin staat en voor hoelang die aanwezig zal zijn. Dit heeft grote consequenties voor de plantkeuze en het specifieke karakter van de tuin. Bijzondere aandacht dient geschonken te worden aan de aanwezigheid van bestaande bomen. Deze kunnen reeds in de tuin zelf aanwezig zijn maar ook op bomen op aangrenzende percelen kunnen van invloed zijn.

Een boom kan meer licht wegnemen dan verwacht, waardoor veel planten minder goed zullen gedijen. Dit heeft voornamelijk te maken met wortelontwikkeling in de bodem en de onttrekking van grote hoeveelheden vocht en voeding aan de grond.

Praktische gebruik van de tuin

Bij het ontwerpen van de tuin staat het praktisch gebruik vaak voorop. Dat is heel logisch, zeker als het gaat om de wat kleinere tuinen. Ruimte is simpelweg beperkt. Je wilt ergens kunnen zitten, mogelijk een plek voor kinderen om te kunnen spelen. Tegelijkertijd wil je ook genoeg groen. Dit zijn allemaal keuzes die gemaakt moeten worden of al gemaakt zijn. Beplanting moet hier echter wel op aangepast worden om zoveel mogelijk uit de tuin te halen.

Grondsoort, grondwaterstand.

De grondsoort en grondwaterstand hangt vooral af van waar je woont en hoe groot je tuin is. In hoofdgroepen kunnen we de volgende grondsoorten onderscheiden: 1 Zandgrond, 2 Kleigrond, 3 Veengrond. Daarnaast hebben we nog diverse tussenvormen in bodemsamenstelling. Zoals bv zavelgrond, dit is een kleihoudende zandgrond. In de natuur trekt iedere grondsoort zo zijn eigen vegetatie aan. Ook in de tuin dienen we hier rekening mee te houden. Dit geldt met name voor de landelijke tuinen.

In nieuwbouwtuinen wordt veelal gewerkt met opgebrachte grond. Dit is meestal een humushoudende zandgrond. De grondwaterstand speelt voornamelijk een rol in de veengebieden. Tuinen in deze gebieden kunnen een groot gedeelte van het jaar nat zijn. Lang alle planten zijn niet geschikt voor dergelijk type bodem.

Planteigenschappen

Combineren

Uitgangspunt is dat de beplanting voor minimaal een derde deel de ruimte van de tuin dient te vervullen. Om de juiste sfeer te kunnen bereiken dien je gebruik te maken van de specifieke eigenschappen van de plant. Deze komen pas volledig tot hun wanneer de juiste combinatie worden gemaakt en/of de plant(en) op de juiste manier ruimtelijk worden ingevuld.

Planten zijn in te delen op grond van allerlei eigenschappen. De meest voor de hand liggende zijn bv. bloemkleur, hoogte, bloeitijd. Maar er zijn ook nog een groot aantal andere eigenschappen dat bepaalt hoe een plant er uit ziet en hoe je hem het beste toe kan passen. Te denken valt aan bv. bijzondere bladvormen of bladkleuren, aparte bloeiwijze of het wintersilhouet van de plant. Maar ook groeikracht, geur, stevigheid en winterhardheid van de plant spelen een rol. In een goed beplantingsplan dient met al deze eigenschappen rekening gehouden te worden.

Ontwikkeling

Een goed beplantingsplan is een plan in de tijd. De beplanting zal zich in de loop der jaren gaan ontwikkelen. Bij het opzetten van het beplantingsplan is het dus van belang rekening te houden met de volwassen verschijningsvorm van de beplanting. Sommige planten groeien snel naar een volwassen stadium zoals vaste planten terwijl andere er jaren over kunnen doen (b.v. bomen).

Gelaagdheid

Bij een goed beplantingsplan wordt er rekening gehouden met de gelaagdheid in de tuin. Gelaagdheid is de beplantingsopbouw in verticale lijn. Heester en bomen zorgen o.a. voor die gelaagdheid. De gelaagdheid zorgt voor een macro sfeer en structuur in de tuin. In aanvang zal dit nog niet zo duidelijk zijn. Het is zaak dit te kunnen doorzien. Het kan wel 10 jaar duren voordat een boom dat effect geeft wat je er van verwacht.

Reputatie

Het assortiment aan tuinplanten wat tegenwoordig wordt aangeboden is immens. Er wordt eindeloos gekruist door kwekers om maar weer een net iets ander soortje op de markt te kunnen brengen. Echter blijkt in de praktijk dat een groot gedeelte van deze planten niet altijd een lang leven beschoren is. Mijn motto is daarom: "Kies voor planten die zich bewezen hebben."