Inhoud
Veel mensen willen liever niet teveel bijen in de tuin. Ze zwermen wild in het rond en kinderen vinden ze vaak eng. Dat kan inderdaad onprettig zijn. Maar de meeste bijen doen je echter niets en er zijn redenen genoeg om bijen in de tuin te verwelkomen. Na het lezen van deze blog begrijp jij welke dienst de wilde bij joukan bewijzen.
Hoe belangrijk de aanwezigheid van bijen is voor onze voedselketen en het leven op aarde werd in 1949 al door de wetenschapper Albert Einstein benoemd: "Als de bijen van de aarde verdwijnen heeft de mens nog maar 4 jaar te leven. Geen bijen meer, geen bestuiving meer, geen planten meer, geen dieren meer, geen mensen meer".
Nog steeds is het gebruiken van bestrijdingsmiddelen in de land- en tuinbouw één van de belangrijkste oorzaken voor de bijensterfte. Sommige bijensoorten worden al jaren lang bedreigd. Hoe slecht het nu daadwerkelijk gesteld is met de bij blijkt uit een rapport dat opgesteld is door EIS Kenniscentrum Insecten in opdracht van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. In totaal staat ongeveer de helft van alle bijensoorten op de rode lijst.
Toch gloort er hoop aan de horizon. Want op de eerste plaats lijkt het beter te gaan. Afgelopen jaar werd er een record aantal bijen geteld tijdens een grootschalige bijentelling. Met name de aandacht bij gemeenten en landschapsbeheerders voor het wijzigen van het groenbeheer in een meer bij-vriendelijk beheer heeft de stand van de bijenpopulatie doen verbeteren. Een voorbeeld hiervan is de bijenweide in de Spaandammerbuurt, Amsterdam, met aan de kop een groot bijenhotel. Toch is er reden genoeg om bijen ook in de tuin te verwelkomen.
Een tuin leeft. Er kruipen pissebedden onder de stenen en er zitten wormen in de boden. Vlinders komen op je vlinderstruik af en vogels baden in het vogelbadje. Alle insecten en dieren die jou tuin aantrekken brengen leven de tuin in. Een levendige tuin is een gezonde tuin. En in een gezonde tuin hoort biodiversiteit aanwezig te zijn, waaronder ook bijen. De 'circle of life' vindt letterlijk plaats in jouw achtertuin. Je draagt namelijk indirect bij aan de bestuiving van gewassen, bomen en struiken in parken en natuurgebieden.
Geen bijen meer, geen bestuiving meer, geen planten meer, geen dieren meer, geen tuin meer.
Kortom, bijen voegen juist iets heel moois toe aan de sfeer van je tuin: Leven. Als je nu overweegt om de bijen een handje te helpen is dit wat je moet weten.
Bijen leven uitsluitend van plantaardige voedingsstoffen. Voor hun energiebehoefte gebruiken ze nectar en voor het broed verzamelen ze stuifmeel, met uitzondering van de parasitaire bijen. Stuifmeel bevat stoffen, onder meer eiwitten, die nodig zijn voor de volledige ontwikkeling van een bij. Voor een volledige eiwitvoorziening is stuifmeel van verschillende soorten bijenplanten noodzakelijk.
Vooral voor stuifmeel zijn bijen volledig afhankelijk van bloeiende planten. Dus zonder bloemen geen bijen. De meeste soorten bijen vliegen op veel verschillende soorten planten. In tuinen en in het stedelijk gebied zijn dit meestal de meer algemene bijensoorten, die niet afhankelijk zijn van één plantensoort en daardoor op veel plaatsen kunnen voorkomen.
Sommige soorten bijen vliegen alleen op één bepaalde plantenfamilie, of zelfs een bepaald plantengeslacht. Ook deze bijen vertonen een zekere risicospreiding om bij het wegvallen van één van de plantensoorten op een andere soort te kunnen foerageren. De specialisten zijn het kwetsbaarst. Ze zijn van één of enkele zeer nauw verwante plantensoorten afhankelijk. Verdwijnt de plant dan verdwijnt ook de bij.
De nestgelegenheid is zeer gevarieerd. Veel bijensoorten nestelen in open, onbegroeide, zandige tot ledige, vlakke of iets hellende bodem. Er zijn ook bijen die in steile kantjes nestelen. De nestholte graven ze dan zelf. Open grond is echter een betrekkelijk begrip. Belangrijk is dat de open plekken in de begroeiing minimaal aanwezig zijn. De nesten van de bijen bevinden zich vaak onder of tussen de begroeiing.
De voegen tussen bestrating zijn voor bijen eveneens aan te merken als open grond. Op plekken waar voldoende stuifmeel- en nectarplanten aanwezig zijn, is de kans groot dat ze er nestelen. In stedelijke begroeiingen vliegen bijen, die zwaar met stuifmeel zijn beladen, frequent de begroeiingen in. Vrijwel zeker hebben ze op deze zwaar beschaduwde plekken hun nesten.
Bijen leven op de meeste aparte plekken. Hier een aantal waar de meeste mensen niet van op de hoogte zijn:
Een bijenhotel is natuurlijk een manier om snel nestelgelegenheid te kunnen bieden aan de bijen in de tuin.
Als we de stand van de wilde bijen willen bevorderen, moeten we ook voor meer nestgelegenheid zorgen. Deze mag het hele jaar niet worden verstoord. Als aan deze voorwaarde niet wordt voldaan, is de kans op bijen minimaal, zelfs in de meest bloemrijke situatie. Niet alleen daarom is het goed om verdorde planten te laten staan, maar vaak zijn ze ook nog eens van decoratieve waarde voor het winterbeeld van de tuin.
Voordat bijen zich zullen nestelen in de buurt van jouw tuin moet er eerst voedsel aanwezig zijn. We spreken van bloeispreiding als er een grote variatie van verschillende bijenplanten beschikbaar is. Voor wilde- en honingbijen is het belangrijk om verschillende soorten stuifmeel ter beschikking te hebben. Daarnaast is het belangrijk dat het gehele seizoen vers stuifmeel verzameld kan worden. Dus een bloeispreiding van vroege voorjaar tot late najaar is eveneens van belang.
Dit is waar wij als tuinbezitters aan kunnen bijdragen. Met andere woorden, jij kunt je tuin bij-vriendelijk maken door verschillende bijenplanten in de tuin te gebruiken. Er is een uitgebreid assortiment mogelijk. Zowel bomen (Wilg, Bijenboom, Linde) als struiken (Mahonie, Brem), bolgewassen (Sneeuwklokje en Crocus), als diverse vaste planten en 1- en 2-jarige planten zijn geschikt.